“Kan nie waar zijn !”
Nieuws over pictogrammen en leiding- & tankmarkeringen.
Per juli en september 2016 is de Arboregeling en het Arbobesluit gewijzigd, waardoor de Europese CLP (met o.a. de veelbesproken GHS) nu ook verankerd is in de Nederlandse wetgeving.
De CLP regelt o.a. het gebruik van de nieuwe GHS-etiketten op “gevaarlijke” chemische mengsels. Het betreft daarnaast ook de te gebruiken signaalwoorden (gevaar of waarschuwing), maar ook de H- & P-zinnen (Hazard: gevarenaanduidingen, zoals “brandbaar”, Precautionary: de voorzorgs-maatregelen, zoals “buiten bereik van kinderen houden”).
Naast de etikettering van verpakkingen met chemische producten, heeft dit alles ook gevolgen voor de veiligheids- en gezondheidssignalering op tanks en op leidingen, maar ook voor de werkplek-etikettering: stoffen en mengsels die (eventueel uit de originele verpakking) gebruikt worden op de werkplek en die niet in de handel worden gebracht.
Alle chemicaliën op de werkplek moeten voorzien zijn van de officiële naam, relevante gevaarlijke bestanddelen, CLP pictogrammen (GHS) inclusief signaalwoorden en H-zinnen. Deze etikettering moet duurzaam aangebracht zijn en duidelijk afsteken tegen de achtergrond. Ook moet de tekst onuitwisbaar zijn en goed (horizontaal) leesbaar zijn. Mits begrijpelijk mag het evt. in een andere taal uitgevoerd zijn.
Dan de leidingen en tanks. Dit is een stuk ingewikkelder. De oude WMS-pictogrammen (oranje met zwarte opdruk) mogen in ieder geval niet meer gebruikt worden. Waarschuwingspictogrammen (gele driehoek met zwarte opdruk) mogen nog wel gebruikt worden, maar dan meer voor het “afbakenen” van een gebied (bijv. op de toegangsdeur naar een ruimte waar de chemicaliën opgeslagen zijn) en dus niet op verpakkingen, leidingen en tanks, want daar geniet GHS de voorkeur. Over een maximaal aantal GHS-symbolen staat niets vermeld in de Arboregelgeving.
Daarnaast moeten bedrijven zelf inschatten welke aanvullende informatie noodzakelijk is en dit vanzelfsprekend ook kunnen onderbouwen naar de instanties. Extra informatie kan bestaan uit:
- naam of formule van het medium
- gedetailleerde beschrijving van gevaren (corrosief alleen is soms niet genoeg, als een medium heftig kan reageren op andere chemicaliën)
- UN/GEVI-code (bijv. handig bij sterk gelijkende namen van mediums, zoals sulfaat en sulfide)
- stromingsrichting, zodat bij een calamiteit de juiste afsluiter dicht gezet kan worden (verplicht vanuit de EU 2014 / 27 en de NEN 3050)
- ADR-pictogrammen bij laad- en lospunten (herkenbaarder voor vervoerders)
Nogal veel dus …. Daarnaast is er ook nog extra info nodig voor de hulpdiensten. Zij willen van een grotere afstand kunnen zien wat er in een tank zit. De gevarendiamant (NFPA) en de UN/GEVI-code zouden dan ook groter op tanks aangegeven moeten worden. Combi’s met GHS is niet wenselijk,
aangezien deze dan te weinig zichtbaar zijn, mede door de kleuren en doordat deze vaak kleiner aangeduid zijn. Een oplossing is dan om de verschillende signalering meer van elkaar te scheiden.
Een ander vraagstuk is welke beschrijving van gevaar op tanks en leidingen aangegeven zouden moeten worden. GHS kent geen vaste omschrijving, zoals WMS deze wel had (giftig, ontvlambaar, enz.). Wel kent GHS de 2 signaalwoorden “gevaar” en “waarschuwing”. Veel bedrijven vinden deze toevoeging veel te weinig zeggen. Nu kom je in de praktijk veel GHS tegen met als toevoeging de tekst van de oude WMS. Het is aan de bedrijven en de branche om hier een keuze in te maken.
Reeds sinds juni 2015 hadden bedrijven moeten voldoen aan de CLP-verordening, dus ook o.a. op leidingen en tanks. Maar als de inspectie nu merkt dat er nog geen actie op is ondernomen,
zal de inspectie snel een plan van aanpak eisen. En dan mag er niet als einddatum 2020 vermeld staan. Juni 2017, gelijk aan de overgangstermijn voor productetikettering, is als streefdatum om hiermee klaar te zijn, een stuk realistischer.
Verder nog een kritische noot:
Via meerdere kanalen ontvangen wij steeds vaker foutieve informatie. Zelfs een zeer bekende internetshop (1 van de grootste van Nederland) maakt reclame voor de verkeerde pictogrammen (conform de oude NEN 3011 / NEN 6088 i.p.v. de actuele NEN-EN-ISO 7010). En dit dan ook nog in een landelijke campagne ! Als u hier bestelt, dan ontvangt u dus de verkeerde pictogrammen. Zonde van uw investering.
Een opleider maakt het nog veel bonter en vermeldt in de cursus “Basisopleiding Tankinstallatie in de chemie” het volgende:
“Op het gebied van de pijpleidingmarkering is op dit moment de ISO 14726 (deel 1) al uitgebracht en hiermee is de nationale norm, NEN 3050, komen te vervallen. De ISO-norm en de Europese richtlijn stemmen helaas niet overeen.” Pfffffff hoe misleidend en vol met verwarrende informatie. De ISO 14726 bestaat al heel lang (sinds 01-05-2008 en daarvoor ook al uitgebracht in 2001), echter wordt alleen toegepast in de IMO-omgeving, dus overal bij maritieme toepassingen, zoals schepen, booreilanden e.d. (dus alles behalve op land). De NEN 3050 (i.c.m. NBN69) is nog levend als altijd voor alle leidingen in installaties op het land in de Benelux. Deze is dus niet komen te vervallen. Deze opleider (geen kleintje !!!) heeft ergens iets gehoord, maar leert hier zijn cursisten het volstrekt verkeerde. Spijtig.
Vraag ons vrijblijvend om advies ! Wij hebben er ons werk van gemaakt en zijn altijd actueel op de hoogte in onze vakgebieden.